Maastricht LAB aan de slag met de LAB-kit
Hoe leg je in één dag het fundament voor een Stadslab? Het is nu mogelijk dankzij de LAB-kit! Met een doos vol werkvellen, vragenkaartjes en richtlijnen kunnen beginnende, maar ook gevorderde stadslabs aan de slag. Nicole Rijkens-Klomp, research fellow bij ICIS en mede-oprichtster van Pantopicon, vertelt over de ontwikkeling van dit doe-het-zelf-pakket.
Tekst: Karin Somers.
Fotograaf: Maarten van Haaff.
Bloed, zweet en tranen
Nicole vouwt de drie grote vellen uit op de grond. “LAB staat in deze ook voor Layout, Assemble en Boost. Aan de hand van de vragen op de kaartjes worden de deelnemers in drie rondes gestimuleerd en geïnspireerd om na te denken over vragen als ‘waarom willen we een LAB?’ en ‘hoe bouwen we een stadslab gemeenschap?’. Het begint op strategisch niveau en eindigt operationeel bij het bloed, zweet en tranen-gedeelte: wat gaan we concreet wanneer doen en met wie?” Voor Nicole houdt het niet op bij het eenmalig doorlopen van de kit. “Het is een voortdurend proces. Ook voor gevestigde labs is het goed om dit bijvoorbeeld om de twee jaar te doen.”
Een bijzondere samenwerking
De LAB-kit is het resultaat van een speciale samenwerking. Nicole: “URB@Exp is een transdisciplinair Europees onderzoeksproject dat drie jaar lang stadslabs heeft onderzocht. Dit project is gefinancierd door JPI (Urban Europe). Onder leiding van ICIS (International Centre for Integrated Assesment & Sustainable development) van de Universiteit Maastricht brachten zij samen met drie andere universiteiten, vijf steden, waaronder Maastricht, en Pantopicon een schat aan kennis en ervaring samen over nieuwe vormen van stadsontwikkeling. Als resultaat ontwikkelden deze beleidsmakers en wetenschappers samen de LAB-kit, met bijbehorende richtlijnen. Hierna is het project SMULLN gestart dat de LAB-kit in diverse bestaande en nieuwe stadslabs in Nederland gaat toepassen. Naast Nicole zijn Christian Scholl en Joop de Kraker van ICIS nauw betrokken. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie is partner van dit project.
Enthousiasme
“Tijdens en na de eindconferentie van URB@Exp ontvingen wij positieve reacties op de eindresultaten van het project. Dit sterkte ons in het idee om de LAB-kit lokaal toe te passen en bij NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) voor financiering aan te kloppen. Het idee van dit project is dat je als lab (in wording) een viertal sessies doorloopt. Enerzijds wordt de kit toegepast binnen het eigen lab en anderzijds wordt er lab-overstijgend geleerd.” Tijdens het Stadsmakerscongres van 10 november vond de kick-off van SMULLN plaats met de participerende labs. “Sommigen zijn nog in wording. De gemeente Weert staat bijvoorbeeld aan de vooravond van haar lab, terwijl Maastricht al ver gevorderd is. Voor alle labs zijn de vragen echter zeer relevant. Dus die verschillen maakt het vooral interessant.” En de animo is groeiende. “Er is veel interesse in de kit, ook vanuit het onderwijs en bijvoorbeeld Rijkswaterstaat. Ik ben benieuwd wat dat zal opleveren. Voor welke labs of lab-achtige initiatieven is de kit een bruikbaar instrument? En voor welke in mindere mate?” De snelheid waarmee iedereen aan de slag gaat, valt Nicole ook op. “We willen de eindresultaten van het SMULLN project graag tijdens een van de netwerkbijeenkomsten van het Stimuleringsfonds voor de zomer 2018 presenteren. Daar kunnen de deelnemers laten zien wat ze geleerd hebben. Van de kit, maar ook van elkaar.”
Benieuwd
Een kit die op zoek gaat naar structuur, een lab dat vrij wil experimenteren. Kan dat wel samen? “Ik denk dat het elkaar juist versterkt. Door eerst en vooraf na te denken over je strategie en structuur, die heel los en organisch van karakter kunnen zijn, creëer je juist ruimte voor het experiment. Natuurlijk moet uit de praktijk blijken of dit ook zo werkt en kunnen we met de eindresultaten de kit altijd nog verbeteren.” Zelf is Nicole vooral benieuwd naar wat de gebruikers er inhoudelijk uithalen. “Hoe helpt het ze verder op het gebied van smart governance? En hebben ze het gevoel dat ze weer een stap verder zijn?”
Eerste ervaringen van MaastrichtLAB
Ook MaastrichtLAB ging aan de slag met de LAB-kit. “Eind november hebben we de eerste sessie gehad, samen met de directeur stadsontwikkeling en economie en twee nieuwe managers die betrokken zijn bij het MLAB”, vertelt Sven Cimmermans, kernpartner. “We hebben het met name gehad over het waarom van het LAB.” Waren de antwoorden verrassend? “Nee, ze waren voor ons niet nieuw. We willen stedelijke innovatie ‘boosten’, leren van het experimenter en complexe uitdagingen blijven ontdekken. Maar met name voor de nieuwe managers is het goed om te zien waarom MaastrichtLAB nog steeds nodig is.” En komt er nog een vervolg? “Absoluut! Iedereen was erg enthousiast. Er worden essentiële vragen gesteld op een speelse manier. Hierna wordt het in de kit steeds concreter dus we gaan er zeker mee verder.”